dinsdag 28 mei 2013

Plattelandsstructuren

Gisteren werd bij ons rouw in de kerk gebracht. Er was een oude man overleden die in elk geval het grootste deel van zijn leven op dezelfde plaats heeft gewoond en op dezelfde plaats heeft gekerkt. Dat stempelt ook het afscheid. Dan wordt er rouw in de kerk gebracht, tegewoordig niet meer heel vanzelfsprekend, ook bij ons niet meer. De naasten van de overledene zitten samen voor in de kerk, als een soort slotceremonie van de begrafenisperiode. Iets wat een familie-aangelegenheid is, wordt op die manier in het midden van de gemeente en voor Gods aangezicht gebracht. Zeker in onze grote gemeente kent lang niet iedereen elkaar en zo worden we er toch allemaal bij  betrokken. Ik vind het altijd weer ontroerend.
 Wat me opviel was dat ook de buren erbij waren. Dat was vroeger vanzelfsprekend. Je was op elkaar aangewezen. Geen boer zonder buren -en dus burenhulp. Je hoefde niet per se elkaars vrienden te zijn. Maar als het nodig was stond je voor elkaar klaar.
Zo herinner ik me nog levendig dat bij mijn ouders op de boerderij het kalven van een koe heel moeizaam ging. Ik werd om hulp uitgestuurd en sjeesde op mijn fietsje naar de buurvrouw, die snel haar man riep. Hij sprong over de heining, greep zijn klompen in de hand en holde met lange passen door de koeienwei naar ons huis. Het is gelukkig allemaal goed gekomen -de buurman had feeling voor veeverloskunde, en dat was dan wel weer een borrel waard.
Ook de machinerie die op de boerderij nodig was, werd over en weer  uitgeleend en samen gebruikt. Het was altijd een feestelijk geluid, als de overbuurman met zijn cyclomaaier aan het grasmaaien was, m'n vader met de trommelschudder of de hooihark (die acrobaat heette, ik vraag me nog altijd af waarom) het gras keerde of op rijen werkte en een poosje later de andere buurman met de wagen kwam om balen te laden. Intussen was dan wel de loonwerker langs geweest met de balenpers, want dat was een te duur ding om zelf aan te schaffen. Heel dat oogstproces, het harde werk en de voldoening als het gelukt was om het hooi droog binnen te krijgen, dat beleefde je met z'n allen. En als dan 's avonds -vaak laat- het hooi op de zolder of in de berg was gewerkt, dan was het tijd voor de borrel. Stoffig en wel vielen de kerels neer op de tuinstoelen en genoten al grappend en grollend van hun 'kleintje' of pilsje.
Verder was er in de zomer niet zoveel tijd om te ontspannen. Dat was meer voor de lange winteravonden. Dan werd er 'gebuurt'. In elk geval één keer in de winter kwamen buurman en buurvrouw links een avondje op visite. En de buren rechts een keer. En de overburen. En de achterburen. En m'n  ouders maakten een visite weerom. Zo hoorde dat. Kon je niet zo heel goed met een buurstel overweg? Dat hield je gewoon achter je kiezen, die twee avonden per jaar waren wel uit te houden en verder had je elkaar toch te hard nodig om moeilijk te doen.
Nodig had je elkaar ook in zware tijden. Als er iemand overleed, was ook de buurt betrokken. De naaste buur ging "aanzeggen" bij de anderen. In mijn jonge jaren was dat nog het enige restant van burenhulp bij een begrafenis, maar het was toen nog niet lang geleden dat van de buurvrouwen werd verwacht dat ze de overledene aflegden en ook op de begrafenis hielpen bedienen. Daar heeft de komst van rouwcentra een eind aan gemaakt. Geen slechte zaak, maar toch gaf het ook iets extra plechtigs, wanneer iemand vanuit zijn eigen huis werd begraven. Ik was 19 toen mijn opa overleed en zal nooit de sfeer vergeten die op de boerderij hing in die dagen. Heel het huis en erf waren in rouw, alles was gericht op het sterven. De grote deel werd schoongemaakt en klaargezet voor het condoleancebezoek. Het huis stond vol stoelen voor de begrafenis, de gordijnen waren gesloten. Oma was strikt in de regels en liet de knopen op haar rouwjurk vervangen, omdat er iets goudkleurigs aan zat. Dat kon niet bij zware rouw.
Ik was jong en steigerde. Wat een overdreven gedoe. Inmiddels ben ik wat ouder en nog steeds denk ik dat ik het zo niet zou doen, maar toch... Al die regels, ze zorgden wel dat je wist waar je aan toe was. En vreemd genoeg besefte je vaak niet eens dat je volgens die structuren leefde. Je dééd dingen nu eenmaal zo.
Deze en gene had er vast moeite mee, maar volgens mij geeft zo'n grondpatroon je wel de gelegenheid je bezig te houden met dingen die er meer toe doen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten