maandag 22 juli 2013

Tranen

Zestien jaar werd ze. Toen kwam de dood. Volkomen onverwacht. Onvoorstelbaar, een vrolijk meisje, zomaar weg. Een gezin uit elkaar gerukt.
Wij voelen ons al zo geschokt, terwijl we haar niet écht kenden, hoe moet het die ouders te moede zijn? Twee weken geleden was ik met haar moeder en een aantal anderen op school bezig met vrijwilligerswerk. We kletsten gezellig over koetjes en kalfjes, vakantie en toekomstplannen. Voor hen is dat allemaal in stukken geslagen.
Wat is de kerk dan een zegen. Je maakt deel uit van een gemeenschap die met elkaar lijdt. Gisterochtend aan het begin van de dienst lag het verdriet als een waas over de gemeente. Gewoonlijk klinken de psalmen helder en fors uit 2000 kelen,  nu was het zingen gedempt. Maar de preek belichtte het perspectief van Gods Woord. Dan kan ook het ergste leed een plek krijgen. Een plek in ons leven, want het ligt in Gods hand. Niet alsof alles zomaar weer goed is, maar zoals het in een psalm staat: "mijn ziel is immers stil", en dan alleen zo: "mijn ziel is immers stil tot God".
Vandaag is nog een zware dag. Een begrafenis. Ik bid dat God die familie dragen mag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten