vrijdag 26 juli 2013

Warme en koude keuken

M'n gasfornuis komt er maar bekaaid af deze week. Als het even kan, loop ik er met een grote boog omheen. Ik ben toch al niet zo'n warmteminnend mens, dus als buiten de temperatuur tot boven de dertig oploopt, ben ik te vinden waar schaduw en koelte is.
Maar er moet wél gegeten worden. En liefst geen drie keer op een dag brood. Niet, dat de meesten hier in huis dat een probleem zouden vinden, integendeel,  ik vind alleen dat er minstens één keer per dag iets met groene, rode, of oranje vitamientjes op het menu moet staan.
De oplossing is voor mij om in de koelere ochtenduren een salade in elkaar te draaien. Huzarensalade is als maaltijd helemaal compleet. Wat calorieën betreft zelfs overcompleet, maar je kunt er wel heel wat gezonde dingen in kwijt. Wat ons betreft horen er ook altijd een paar appeltjes in. Lekker fris en knapperig.
Rode bieten lenen zich ook prima voor een salade. Simpelweg in plakjes geschaafd, met augurk, appel en een sausje van mayo en yoghurt, peper en zout en voor de liefhebber wat mosterd.  Doe je er een paar zure  haringen door, dan heb je gelijk een portie proteïne te pakken. De aardappelen ontbreken ja, dus voor de liefhebber van Hollandse pot is het niet compleet, maar voor mij wel. Ik ben een echte bieten-liefhebber, dus ik eet met plezier het restantje de volgende dag als lunch. Als de haring inmiddels op is, dan kan er ook prima een gekookt eitje bij.
Verse erwtjes en worteltjes uit de tuin -je krijgt het nooit lekkerder- doen het ook prima in een pasta-salade. Daar is zoveel variatie in te bedenken, dat je er niet snel verveeld van raakt. Helaas, hier lust men het niet, dus ik ben inmiddels weer op de warme hap overgegaan. Warmte went kennelijk ook, want ik voelde me niet al te oververhit na de kooksessie.
Toetjes horen er natuurlijk ook bij, om weer af te koelen. Yoghurt is uiteraard altijd verkoelend. Maar hier houden ze nogal van 'eiermelk'. Dat is een erfenisje uit de tijd dat ik de boeken van het Kleine Huis, door Laura Ingalls, voorlas. Almanzo mocht op héél warme dagen een emmer vol naar het land brengen voor de werkers en zelf genoot hij nooit meer dan wanneer hij een grote lepel vol leegdrinken mocht.
Inmiddels heb ik het "Little House Cookbook" in de kast staan en daarin stond tot onze vreugde ook het recept voor eiermelk.
Het officiële recept is voor mij ondertussen niet meer dan een verre herinnering. De basis bestaat uit melk, eieren, room en suiker. Ik doe zes liter rauwe melk in een grote platte bak (een oude, vierkante tupperware taartdoos leidt zo een intensief tweede leven). Na twaalf uur drijft de room boven en die schep ik af, met zoveel melk dat het samen 1,5 liter is. Vervolgens splits ik vier of vijf eieren, klop de dooiers los met suiker naar smaak -natuurlijk kan dat prima vervangen worden door honing, palmsuiker of iets dergelijks, en roer het dooiermengsel door de melk. Dan klop ik de eiwitten stijf met wat suiker en kaneel en leg het schuim op de kan met melk. Schenk de melk in grote glazen, lepel er wat schuim op en geniet!
De warenwet is waarschijnlijk niet blij met een dergelijk toetje, want het bestaat uit zowel rauwe melk als rauwe eieren, maar volgens mij is het risico om in het verkeer iets ernstigs op te doen groter, dan van een dergelijk drankje. De hoeveelheden rauwe melk en eieren die ik vroeger thuis met m'n ouders heb geconsumeerd in aanmerking genomen, kan ik niet geloven dat we ernstig gevaar lopen met dergelijk voedsel. En de voedingswaarde is natuurlijk bijzonder groot.
Voor de liefhebbers nog even het recept uit het Little House Cookbook:
Eiermelk
Voor zes personen:
6 eieren, gesplitst; 125 ml(!) kristalsuiker; 1 liter melk; 0,5 liter room; 2 ml nootmuskaat.
Klop de eierdooiers met de suiker in een schaal tot ze goed gemengd zijn. Klop er langzaam de melk door en roer dan de room erbij. Koel het mengsel terwijl je de eiwitten klopt tot ze zachte pieken vormen. Doe het koude melkmengsel in een schaal, schraap het eiwit op het oppervlak en meng een beetje ervan door de melk met een paar diepe halen van de spatel. Strooi de nootmuskaat over het schuimige oppervlak en schenk voorzichtig in kommen, zodat het schuim niet wordt verstoord.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten