woensdag 11 juli 2018

Paracelsus in de keuken

In mijn boekenkast staat een klein rijtje kruidenboeken. Dat zou je misschien niet verwachten van een boekenwurm en kruidenfanaat als ik. Maar mijn interesse in de geneeskracht is gelijktijdig opgegroeid met internet en daar is een schat aan informatie te vinden -als je weet waar je zoeken moet en niet alles voor zoete koek slikt.
Ondertussen kan ik op datzelfde internet likkebaardend kijken naar al die prachtige kruidenboeken die er zijn, van middeleeuws tot fonkelnieuw. Maar dankzij de prijs van dergelijke boeken blijft het rijtje in mijn kast maar heel bescheiden. En van sommige denk ik nu verbaasd: wat heb ik er ooit in gezien. Zo simpel en algemeen, daar kan ik nu niets meer mee. Toch laat ik ze netjes staan, als herinnering aan hoe weinig ik ooit wist. Een van de boeken die ik af en toe nog inkijk gaat over kruidentuinen. Prachtig, al dat welig groen, dat ook nog nuttig is in potjes en flesje. Wat me verbaasde toen ik het boek voor het eerst inkeek, was dat er zoveel planten als giftig werden bestempeld. Engelwortel, hysop, allemaal kregen ze een doodskopje mee. Ik schudde mijn onwetende hoofd en deed het af als onzin.
Inmiddels kijk ik na twee jaar kruidenopleiding toch wat anders naar dergelijke waarschuwingen. De kreet 'baat het niet, dan schaadt het niet' heb ik nooit zo erg geloofd, al zijn er uitzonderingen. Maar ook het adagium 'het is natuurlijk, dus het is goed' is aan mij niet besteed. Per slot van rekening kun je prima in de natuur terecht als je met moordplannen rondloopt. Vingerhoedskruid, monnikskap, wolfskers, gevlekte scheerling, keus genoeg voor iemand met slechte bedoelingen.
 foto van Heidi Tijssen-van Deelen.Voor iemand met slechte bedoelingen is er keus genoeg in de tuin. Ik geniet elk jaar weer van de prachtige bloemen van het wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris), maar een kopje thee van verse bladeren kan ernstig schade doen aan de nieren en verlammingen veroorzaken. Vanwege de bitterheid is het gelukkig niet waarschijnlijk dat iemand een dodelijke dosis inneemt. 

 
Die doodskopkruiden dan maar links laten liggen? Sommige inderdaad, een kopje thee van vingerhoedskruid drink je maar één keer. Maar andere zijn prima bruikbaar, alleen dien je wel rekening te houden met wat Paracelsus zei: Het is de dosis die de giftigheid bepaalt. (Paracelsus was een roemruchte zestiende-eeuwse medicus en alchemist die tussen een heleboel onzin ook een paar pareltjes van wijsheid heeft nagelaten.)
Veel mensen weten niet eens dat ze in de keuken regelmatig grijpen naar een potje potentieel gif en er overkomt ze niets. Nootmuskaat bij voorbeeld. Als je daar een flinke hap van naar binnen zou werken, zou er ongeveer hetzelfde gebeuren als bij vergiftiging met wolfskers, alruin, bilzekruid of zelfs de bessen van de aardappelplant. En ook hier geldt weer: het is maar hoeveel je van de werkzame stof, atropine in dit geval, binnenkrijgt;  Een beetje kan geen kwaad, soms is het zelfs goed voor je, bij een beetje meer gebeuren er soms rare dingen met je -nootmuskaat wordt ook als drug gebruikt- en nog een beetje meer kan gevaarlijk zijn.
Nu kan je gezonde lijf heel wat hebben. Maar als je wat mankeert en als je medicijnen gebruikt is het oppassen geblazen. Niet met het snufje nootmuskaat op de bloemkool, of een takje rozemarijn in je soep, of nu en dan een kopje kamillethee. Gebruik je echt heel regelmatig iets kruidigs in flinke hoeveelheden, dan is het belangrijk om uit te vinden of dat niet iets doet met de werking van je medicijnen. Het kan zomaar dat iets onschuldigs als kamillethee het werk van je antistollingsmiddel belemmert. Zeker als je voor dezelfde kwaal iets natuurlijks nemen wilt bij een middel dat de dokter heeft voorgeschreven, is het belangrijk om uit te vinden of het echt wel samengaat. En dan niet bij iemand die de klok heeft horen luiden, maar zoek asjeblieft iemand op die weet waar de klepel hangt.
   




Geen opmerkingen:

Een reactie posten