vrijdag 19 oktober 2018

Vermoorde moeder



Op ons aanrecht prijkt één grote, rode goudreinet. De hele oogst van ons boompje in de voortuin. Het is dan ook nog maar een klein boompje en met dit ene exemplaar ben ik echt wel blij. Nu weet ik dat het een echte appelboom met echte goudreinetten is. Z'n buurman is een Jonathan en die leverde vijf heerlijke handappels - ze hebben het dan ook niet lang overleefd.
Wat er uiteindelijk gaat gebeuren met deze appel weet ik nog niet. Hij (of is een appel zij, ik zou het na moeten kijken) heeft wel een speciale behandeling verdiend. Om met een kilo soortgenoten uit de winkel in de appelmoes te belanden vind ik toch wel een wat roemloos eind. Hoewel ik zeker weet dat het hier aan tafel wel gewaardeerd zou worden. Vanavond stond er als toetje appelmoes met schuimkop op het menu en de schaal is ongeveer uitgelikt. En als ik Brusselse appels maak, gebeurt hetzelfde. Misschien poffen in de oven, met rozijntjes en kaneel? Als kind vond ik dat echt een tractatie, dan zat ik voor het ruitje van de oven te staren, wachtend tot het sap als een bolletje schuim boven de grotendeels in alu-folie verpakte appel uit borrelde.
Op een of andere manier is een appelboom in de tuin voor mij een symbool voor overvloed. Groenten in je tuin, die zijn er voor het nut. Maar appels, dat is een extra, een cadeautje waar je heel veel leuke dingen mee kunt doen. Daar schreef ik al eerder over in Appels, appels & appels.
Toen had ik het over m'n appelazijn-succes. Ondertussen zijn we een jaar of wat verder en nog steeds is mijn voorraad niet op! Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik het alleen zelf gebruik, de anderen hebben azijn liever alleen maar zuur, zonder allerlei geurtjes, smaakjes of andere frutsels. Maar als het op is, zal ik weer op jacht moeten naar schillen om het hele proces opnieuw op te starten, want helaas, ik heb de moeder vermoord. In de azijn ontstaat namelijk een gel-achtige substantie die zorgt dat de alcohol in azijnzuur wordt omgezet. Het is in feite een kolonie van bacteriën die in de lucht rondzweven en op de appelschillen zitten. Je hebt dus wel een beetje geluk nodig om de goede in je sap te krijgen én de juiste omstandigheden zodat ze flink gaan groeien.
De dikke 'blob' die zo in je azijn gaat ronddrijven, wordt de moeder  genoemd. Als je een stukje hiervan in een nieuwe pot gegiste appelsap (of schillenaftreksel) stopt, verandert ook dat in azijn. Het is een levend organisme, die voortdurend voeding nodig heeft. In dit geval dus alcohol. Ik had daar niet over nagedacht en heb de appelazijn toen het niet meer zuurder ging ruiken gewoon afgezeefd en in flessen gestopt. Arme moeder, die is verhongerd en van ellende doodgegaan. Toen ik er erg in kreeg, was er geen leven meer in te krijgen.
Maar waarom zou je al die moeite doen als je voor een paar centen een flinke fles azijn aanschaffen kunt? Nou, de ene azijn is de andere niet. Appel(cider)azijn -het mag allebei- schijnt erg gezond te zijn. Het bevat een heleboel goede stoffen uit appels, maar vrijwel  geen suikers. Die zijn eerst door gist in alcohol en vervolgens door bacteriën in azijnzuur omgezet. Er zijn een heleboel wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar het effect van appelazijn op diverse kwalen. Om maar wat te noemen: Door het gebruik van de azijn kan cholesterol verlaagd worden (onderzoek naar hyperlipidemia) en het schijnt ook goed te zijn bij diabetes ( onderzoek naar bloedglucosegehalte).  
Dat zijn serieuze medische problemen en ik ga hier niet zomaar zeggen: Neem wat appelazijn en het komt allemaal goed. Als iemand het zou willen proberen, kan ik alleen het advies geven om professionele begeleiding te zoeken.
Maar de volksgeneeskunde heeft ook nog wel wat leuks om zelf te proberen. In Amerika is momenteel Fire Cider helemaal hot (letterlijk). Het is een middeltje om de weerstand te verhogen waarbij verschillende kruiden worden getrokken in appelazijn. Voor wie een poging wil wagen zet ik hier een van de vele recepten neer. Het is een tamelijk 'uitgeklede'versie, maar deze ingrediënten staan in vrijwel elk recept. Ik ben te rade gegaan bij Rosemary Gladstar, een Amerikaanse herbalist:
2 delen mierikswortel
1 delen ui
1 deel knoflook
1 sterke Spaanse peper (of naar smaak, het moet wel heet, maar in verdunning wel drinkbaar zijn)
Rauwe honing
Appelazijn
En verder zag ik onder meer voorbij komen: echinacea, kaneel, kurkuma (in combinatie met zwarte peper), oregano, rozemarijn, tijm, vlierbessen.Alles wat enigszins goed werkt bij winternarigheden.

Hak alle ingrediënten fijn en doe ze in een goed afsluitbare pot. Giet er rauwe, ongepasteuriseerde appelazijn over, zodat alles ruimschoots onder staat. Doe de pot goed dicht, zet hem op een warme plek en schud hem geregeld. Oh ja, liefst geen pot met een metalen deksel, dat gaat roesten. Na een week of drie, vier kunnen de kruiden uitgezeefd worden. Voeg dan rauwe honing naar smaak toe. Hoeveel ongeveer? Tja, tot de smaken zoet, zuur en heet in balans zijn. Naar smaak dus.
De zoet/zuur/hete vloeistof mag nu in een schone fles in de koelkast. Erbuiten zal het ook een tijdje goed blijven, maar koel bewaren is het beste.
Wat het gebruik betreft zijn er zoveel mogelijkheden als er recepten zijn. Ik zou het niet verwarmen, dan gaat sowieso de werking van de honing sterk achteruit en waarschijnlijk van verschillende kruiden ook. Wil je er je weerstand mee opbouwen, drink dan elke morgen een flinke eetlepel in een glas water. En voel je dan toch een griepje opkomen? Neem dan elk uur een theelepel (in water). Met olie gemengd kun je er ook een pittige saladedressing van maken. En er zijn vast nog meer mogelijkheden te bedenken.
Een gezond winterseizoen gewenst!



 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten